<linearGradient id="sl-pl-bubble-svg-grad01" linear-gradient(90deg, #ff8c59, #ffb37f 24%, #a3bf5f 49%, #7ca63a 75%, #527f32)
Bezig met laden ...

Tenthof en Hotel de Pauw in Zwolle

Wanneer iemand mij vraagt aan welk gebouw in Zwolle ik de oudste en prettigste herinneringen bewaar, dan is mijn antwoord direct: aan het voormalige Hotel “De Pauw” bij de Sassenpoort.

Het zogenoemde uithangteken was een beproefd middel voor winkeliers en herbergiers om hun producten aan te prijzen. Eén van de laatste Zwolse uithangtekens is de pauw aan de gevel van de kapsalon naast de Sassenpoort. Vroeger (zo rond 1677) zou dit het huis zijn van Lenert Stendel, genaamd ‘de gulden pauw bij de Sassenpoort’.  In het pand was later een stalhouderij/herberg gevestigd van de familie Tenthof,  waarvandaan koetsen en paarden vertrokken met hun passagiers. Het uithangteken bestaat uit een veelkleurige houten pauw op een ton, die bevestigd is op een ijzeren muurstandaard.

De pauw werd in 1955 al eens hersteld, toen het woonhuis eigendom was van de heer J. W. Helderman. Na jarenlang weer en wind te hebben doorstaan moest de vogel in 2001 opnieuw gerestaureerd worden, waarbij zo ongeveer het hele houtwerk werd vervangen.

DE ONBEKENDE ZWOLSE TAKKEN !!

INLEIDING:

We gingen op zoek in het achief van Zwolle op zoek naar de naam “TENTHOF”.  Toen we op de wesite van het archief van Overijssel, bij de zoekfunctie de naam Tenthof invoerden kwamen we op 1083 personen in Overijssel met de naam Tenthof!  In het begin van de achttiende eeuw komen we in de archieven van de stad Zwolle al regelmatig de naam “TENTHOF” tegen.  Zo verkreeg  Assuerus Tenthof , (ook geschreven als Ahaseurus), op 12 juli 1712 het kleine burgerschap, en ging  hij op 24 juni 1713 in ondertrouw met Gerritje Wassenberg. We komen Assuerus nog vele malen tegen bij het aangeven van geboorte en overlijden van zijn kinderen.  We zoeken verder , en  in een begraafboek van Zwolle van het jaar 1742 komen we weer een “TENTHOF” tegen, een  stamvader van een groot Zwols geslacht:       ” Is begraven op het grote kerkhof,  Gerrit Jan Tenthof, gewezen soldaat onder Vegelin van Claarbergen”,  (18-9-1742). Naar grote waarschijnlijkheid onder Philip Ernst Vegelin van Claarbergen          (1696-1742), hij was Luitenant-Kolonel bij de Infanterie.  En in het Rijksarchief van Overijssel vinden we in een doopboek van de Nederlands Hervormde Kerk van Heino (1694-1763)  in 1749 nog een “TENTHOFF” ditmaal met dubbel F: “Geboren Jan Marsman, zoon van Hendrik Lubberts Tenthoff (1719-1804) en Gerridine Jansen Dijkmans (1723-1804), woonachtig op het Hoge in Lenthe”.

                                                 Historisch Centrum Overijssel te Zwolle.

Enige verwantschap tussen bovenstaande Assuerus Tenthof, Gerrit Jan Tenthof en Hendrik Lubberts Tenthoff heb ik nog niet gevonden! We gaan ze alle drie hieronder behandelen, wat we over hen hebben gevonden en over de vele nakomelingen. Omdat we over een persoon, Teunis Tenthof wel erg veel hebben gevonden en over zijn Hotel “DE PAUW” in Zwolle, heb ik voor bovenstaande titel gekozen, veel lees plezier.

Hoofdstuk 1.   Gerrit Jan Tenthof.

Gerrit Jan Tenthof was getrouwd met Teuntien Jansen Vroetmans op 6 november 1735 te Zutphen, letterlijk staat er vermeld: Gerrit Jan Tenthof j.m. van Swol, soldaat in de compagnie van capt. van Burmania in het regiment van Colonel Vegelin van Claarbergen met Teune Jansen j.d. Wat we zeker weten is dat Gerrit Jan in ieder geval een zoon had, Jan Gerrits Tenthof die gehuwd was met Heijle Willems. Gerrit Jan overleed in 1742.

Jan Gerrits Tenthof en zijn vrouw Heijle Willems bewoonden een boerderij niet ver van Zwolle, in het gebied Wechterholte, een van de vruchtbaarste streken aan de IJssel en van Salland. Hoeve “De Tenthof” aan de Gravenweg in Wijhe, niet ver van kasteel Nijenhuis. Jan Gerrits en Heijle kregen zes kinderen: Janna, Harmannus, Hilligjen, Gerrit Jan, Harmina en Hendrika.

In het Rijksarchief van Overijssel vonden we de opgaven van vuurstedengeld van Wechterholte van 1675 en 1751 en kwamen we de boerderij weer tegen.  In 1598 besloten de Staten van Overijssel een belasting op huizen in te voeren. De grootte van de huizen, en de hoogte van de belasting werd afgemeten aan het aantal stookplaatsen die men bezat, vuurstede, backoven, broupan of smede.

Link:  Kaart vuurstedengeld van Overijssel.

                                    Kaart uit 1850 met in het midden boerderij “DE TENTHOF”.
                                           Kaart uit 2019 met boerderij  “DE TENTHOF” 
                                                     Uitvergroting van bovenliggende kaart.

Opgave Wechterholte 1675: de volgende  boerderijen hadden een vuurstede: Groote Kroone, Kleine Kroone, Marschman, Souman, Esman, Ten Dijcke, Wellenberg, Gerrit Otten, Derck op de Hoeve, Jan Gerrijts en Spanderman en Den Vrijhof  had twee vuursteden.

De opgaven van Wechterholte van 1751  toonde dat Jan Gerrits Tenthof  toen drie boerderijen bezat, en stond dit zo vermeld: Wellenberg Knoppert toe Blankema  1,  Garrit Otten, Jan Tenthoff 1,  Derk op de Hoeve, idem Tenthoff 1,  Jan Gerrits, idem Tenthoff 1, Den Vrijhof 2, Hannes in de Grond 1, Marsman 1, Esman 1, Groote Kroone 1, Kleine Kroone 1 en  Spanderman 1.

Jan Gerrits Tenthof stierf in 1780 en toen werden de boerderij en de landerijen volgens een testament over de kinderen en kleinkinderen verdeeld. Om het testament te begrijpen volgt hier eerst een klein overzicht van de betrokken personen.

                                v.l.n.r. Ouders, kinderen echtgenoten, en kleinkinderen
Wijhe op dato den 14 December 1780 is tusschen de kinderen en Erfgenamen van wijlen Jan Gerrits Tenthof en Zijn vrouw Heijle Willems, met namen: Wichem Hendriks als in huwlijk hebbende Anna Dochter van Wijlen Janna Tenthof, bij Hendrik Tijssen op de Wigterhege in echte verwekt, de voogden over Hendrik eenig nagelaten kind van gezegde Janna Tenthof, in echte verwekt bij Gerrit Dijsselhof op de Wigterhege, de voogdenover de nagelaten kinderen van wijlen Hermannus Tenthof, Jan Willems meerderjarige Zoon van wijlen Hilligjen Tenthof in echte verwekt bij Willem Gerrits te Harkelo, voor zig en als met en nevens Jan Arents van Harkelo voogden over zijne minderjarige Broeders en Zusters,  Gerrit Jan Tenthof getrouwt aan Marrigjen Teunis Vrijhof, Berent Gansepanne te Lenthe, als in huwlijk hebbende Harmina Tenthof, en eindelijk Hendrikes Willems in de Marshoek onder Dalfsen, als in huwlijk hebbende Hendrika Tenthof.
Over gemelden hunnen ouderlijken Boedel en nalatenschap, ten overstaan van de hier onder getekende Bedingsluiden de navolgende vriendelijke scheiding en deeling, bij forme van Erf-maagscheiding gemaakt en opgericht, en wel nadat vooreerst alle de hier na te noemen Perselen vaste goederen onderling gesteld waren op enen vasten prijs.  De wenige mobile goederen, bestaande alleen in lijfs noodwendigheden (vermits reeds voor lange, den inboedel des huizes door de ouderen bij minnelijke conventie aan hunnen Zoon Gerrit Jan Tenthof, op ’t Erve wonende is overgedaan) gedeelt, en ten aanzien van de Lheenperceelen, Zijnde het hier na vermelde1/3 in 16 Morgen de Zallandsche Kampen, en vijf Morgen Duisterbekenland, was geconvenieert dezelve ab interstato op de eenige nageblevene zoon Gerrit Jan vervallen, als naar Landrechte, in de deelinge dezes boedels in den rang te stellen met de overige allodiale goederen en dus egaal, of wel de penningen van dien, onder het te verdeelen, zulx in volgende manieren:   
Foto uit ongeveer 1930, de Hoeve “De Tenthof” De hoeve uit 1780 was opgetrokken uit leem, de huidige boerderij is geheel uit steen.
Eerstelijk is geconvenieert en overeen gekomen, dat Gerrit Jan op ’t Erve Tenthof thans wonende zal behouden, en alleen in vollen eigendom voor zig gemeten, met alle lusten en lasten, regten en gerechtigheden daartoe behorende de navolgende vaste goederen als: Het Erve en goed de Hoeve met desselfs hoge en lage landerijen, getimmertens etc tegen de som van Twee duizend guldens.  Dan nog ongeveer 21 Morgens zo groen als zaailand,  Zijnde een gedeelte van den Wellenberg,  5 Morgen Duisterbekenland, het Wijtemerslag, en een derde in 16 Morgen de Zallandse Kampen, zo als alle deze goederen, als ook het voorgenoemde perceel de Hoeve, kennelijk onder den Ed.Gerichte van Wijhe en boerschap Wechterholt gelegen zijn te samen tegen de summa van Zeven Duizend negenhondert drie en vijfig guldens. Dienvolgens hij Gerrit Jan Tenthof, tegen genot der boven gemelde ongerede goederen, in den gemeenen Boedel zal moeten inbrengen en betalen de summa van Negen duizend negenhondert drie en vijftig guldens.
Dat ten tweede gemelde Gerrit Jan Tenthof, met en benevens Hendrikes Willems en Berend Gansepanne, namens hunne vrouwen voornoemt, in vollen eigendom zullen hebben en behouden te samen in ieder voor een derde part de zogenaamde Bosch den Twijgweerd genaamd zijnde ongeveer drie morgen groot en gesproten uit den Wellenberg, met zijn lusten en lasten, recht en gerechtigheden, zo die thans is en als voren gelegen zulx tegen uitkering in den gemeenen boedel der summa van drieduizendvierhonderd guldens. Bedragen dus de voor-geschreven posten te samen de summa van dertien duizend driehonderd drie en vijftig guldens, Zeg  f 13.353,-:-:
 Waarbij gevoegt het gene zo aan contante penningen als uitstaande guldens in den Boedel is gevonden ter summa van drie duizend achthonderd zeven guldens, Zeg te samen beloopt de summa van Zeventien duizend eenhonderd zestig guldens, Zeg  f 17.160,-:-:   
Hoeve “De Tenthof” anno 1982, op de voorgevel  bevindt zich nog een oude daklat met de tekst “DE TENTHOF”.
Welke som van Zeventien duizend eenhonderd zestig guldens, als uitmakende den gehelen Boedels Rijkdom, eindelijk zal moeten worden verdeelt in manieren als volgt,  Dat vermits alrede in de Jare 1771 onderling is geconvenieert omtrend het vervallen moedersdeel goed en het aandeel voor aan de kinderen van wijlen Janna Tenthof bij Hendrik Tijssen en Gerrit Dijsselhof op de Wigterhege verwekt, uitgekeert, en met expres beding dat de overige vijf staken den boedel in gemeenschap met de vader zoude blijven behouden en dat om die reden, de helft dezer penningen te weten Achtduizend vijfhonderd tachtig guldens, zullen worden genoten en verdeelt bij de vijf staken   (de kinderen van wijlen Janna Tenthof om reden van boven uitgesloten) ieder voor een vijfde part en de weder helft dezes boedels of het vaders goed onder alle zes kinderen, of deszelver representanten egaal in zes gelijke delen. 
Bedragende dus het aandeel van de meergenoemde kinderen van wijlen Janna Tenthof, Anna en Hendrik genaamt, in dezen boedel te samen de summa van Een duizend vierhonderd dertig guldens, of ieder van hun Zevenhonderd vijftien guldens, en dat der overige vijf  gedeeltens of staken ieder de summa van Drie duizend eenhonderd zes en veertig guldens.

(Rijks Archief Overijssel, 1781-1784 Volunt. rechtspraak Zwolle-kerspel).

Hoeve “DE TENTHOF”anno 1982

Zoon Gerrit Jan Tenthof die, zoals uit het testament bleek de boerderij bewoonde in 1780,  was dertien jaar eerder in 1767 getrouwd met Marrigje Theunis Vrijhof. In het trouwregister van de Nederlands Hervormde kerk van Windesheim stond geschreven:

Gerrit Jan Tenthof  J.M. in het Lijdenbroek onder Wijhe en Marrigjen Theunies Vrijhof J.D. in Windesheim op attestatie van Windesheim getrouwdt, (Lijdenbroek werd bedoeld Liederbroek).

Zij kregen vier kinderen, Heiltje (1768), Teunis Schrijver (1769), Willemiena (1774) en Gesiena (1777).  Verder zagen we in het leenregister van het archief van Overijssel dat Gerrit Jan Tenthof ook bekend was als Meester-Timmerman.

In 1795 verzorgde Gerrit Jan Tenthof de volkstelling voor het buurtschap Lenthe onder Dalfsen: Totaal 176 adressen en 1049 inwoners. Daar zijn niet onder begrepen de vier spikken die niet bewoont worden of geen volk bevonden. Aldus op mijne afgelegde verklaringe gedaan door mij ondertekent, Gerrit Jan Tenthoff.  Tot het door den telling en opgemaaken deze lijst besteet 7 dagen.

Spikken dat waren kleine plaggenhutten, wat verder opviel was dan Gerrit Jan hier TENTHOFF schreef met dubbel F.

                         Volkstelling 1795, statenarchief 5319-5370 Rijks Archief Overijssel.

Gerrit Jan Tenthof  was overleden te Wijhe op 12 Juni 1810, zijn vrouw Marrigjen Vrijhof op 83 jarige leeftijd  te Wijhe op 10 augustus 1828.

                             Rijks Archief Overijssel, overlijden Carspel Heino 1770-1811

In mannelijke lijn ging het hier niet verder, maar Gerrit Jan Tenthof had nog een broer, genaamd Harmannus  Tenthof, landbouwer in Windesheim en die huwde in 1747 met Ida van der Veght, uit dit huwelijk werd een kind geboren: Jan Gerrits (1750) die jong stierf, maar  dan stierf ook nog Ida en hertrouwde Harmannes met Gesina Teunis Vrijhof .  Uit het huwelijk van Harmannus en Gesina werden acht kinderen geboren, waarbij de zonen Jan (1766-1825) en Wichem (1770-1832) zorgden voor de volgende generaties “TENTHOF”.

Hieronder het overzicht van de zes kinderen van  Gerrit Jan Tenthof en Teuntien Jansen Vroetmans met hun nakomelingen!

Opmerkingswaard was dat  in  1798 zoon Jan van Hendrika Tenthof (6) huwde met zijn nichtje Willemiena dochter van Gerrit Jan Tenthof (4).

Jan Tenthof (1766-1825), geboren te Windesheim huwde  op 46-jarige leeftijd met 25-jarige Geertruid Neijenkamp uit Herxen, (Zwollekerspel 15-2-1812). Jan was pachter van het Katerveer in de rivier de IJssel nabij Zwolle, dit was toen de enige verbinding tussen Gelderland en Zwolle, en iedereen uit Hattem en omgeving moest met het Katerveer om in Zwolle te komen.

      Katerveer bij Zwolle, schilderij van de Duitse           kunstschilder Alfred Streubel, plusminus uit 1920.

Het bij het veer behorende Katerveerhuis zorgde voor extra inkomsten door de verkoop van drank aan de wachtende mensen. Wanneer in 1819 de Willemsvaart klaar is, en Zwolle dan een betere verbinding heeft met de IJssel, en tevens de sluiswachter niet ver van het Katerveer ook drank mag verkopen, ziet Jan Tenthof zijn inkomsten  achteruit gaan, en koopt hij  Logement “DE PAUW”             naast de Sassenpoort in Zwolle.

Hierna een deel uit de Gemeenteraads notulen van Zwolle betreffende het Katerveer, (18-3-1820).

Gelezen de rekweste van J.Tenthof, pachter van het Katerveer met de geregtigheid van dien, daarbij in substantie voordragende hoe hij bij zijn vorig adres, zoo als hij meent, voldingend heeft bewezen, dat door de daar stelling van de communicatie van den IJssel met het “Zwarte Water”, het door hem gepachte veer van een van dessefs voornaamste bestanddelen is beroofd, het welk nog wordt vermeerderd door dien zoo als hij geinformeerd is, het aan den Sluiswachter vergund zal worden om te mogen tappen, waardoor natuurlijk de Tapnering aan het Veerhuis aanzienlijk staat te verminderen.

 

Dat hij ontvangen hebbende de dispositie van deze vergadering waarbij hem slechts provisioneel voor twee jaren eene vermindering van f 800,– s’jaars op de door hem beloofde pacht-penningen wordt toegelegd, deze dispositie hem in een pijnlijke onzekerheid laat ten aanzien van de voortdurende verkrijging van zoodanige vemindering, die dan nog niet voldoende of ge-even-redigd zoude zijn aan de thans geringe opbrengst van het veer zoo dat hij, alware die remissie hem over al de nog loopende pachtjaren toegestaan hij nog telken jare eene afneming en op den duur eene groottendeelsche vermindering zijner tijdelijke middelen, zoude moeten bijden, dat hij daarom naar een ander middel van bestaan had omgezien, en het logement de Pauw in deze stad had aangekocht.

 

Verzoekende alzoo op grond van artikel 1719, 1722, 1723, van het vigerend Burgelijk Wetboek dat hij onder korting van f 800,– voor het jaar pacht verschijnende petri 1821 als dan geheel van de pacht mag worden ontslagen. Waarover zijnde gedelibereerd, gehoord en concideratien van Heeren Gecommitteerden tot de financien, strekkende om het gedane verzoek te acorderen.

 

Gezien de deliberatien van deze vergadering van den 21 jan. en de hier omtrent afgedane missive aan hun Edel Groot Achtbare de Gedeputeerde Staten dezer Provisie van dezelfde dagteekening en de motiven bij die missive aangevoerd om aan den rekwestrant de bedoelde remissie van f 800,– vooral de nog loopende pachtjaren te accorderen. En in aanmerking genomen de onzekerheid waarin de rekwestrant thans verkeert of hem na verloop van twee jaren deze remissie zal worden gecontunueerd.

 

Is goed gevonden zich met het pre advies van Heeren Gecommitteerden tot de financien te conformeren en diens volgens voor geschreven rekwest te doen toekomen aan Heeren Gedeputeerde Staten deze Provincie met verzoek om de voorgeschreven missive van den 20 jan. l.l. nogaals in gunstige consideratie te wilen nemen en ten gevolge van dien ons te autoriseren om aan den Rekwestrant zijn verzocht ontslag van de pacht te accorderen.

Jan Tenthof en Geertruid Nijenkamp, woonachtig aan de Sassenstraat 121, in logement de Pauw, waar zij beide het logement runden, uit geboorte en overlijdens akten  van hun kinderen bleek dat  Geertruid ook vermeld stond  als logementshoudster! Zij kregen vier kinderen,  het eerst kind Hermpje (ook geschreven Hermiena), overleed op 13 jarige leeftijd, (1813-1826).

Hun  tweede kind werd een zoon, en kreeg de naam Gerrit, vernoemd naar zijn Opa, (1813-1840), Gerrit werd koopman/kruidenier in Zwolle en huwde op 21 jarige leeftijd met zijn 24 jarige nichtje Johanna Gesiena Kannegieter, (dochter van Antonie Kannegieter en Hillegonda Tenthof). Gerrit en Johanna kregen 3 kinderen, Jan, Hillegonda , zij werd slecht 3 jaar oud, en Antonij . Antony was nog geen half jaar oud, of zijn vader Gerrit overleed op 26 jarige leeftijd (1840). Zijn vrouw Johanna Gesiena Kannegieter werd 92 jaar oud !

 Overlijdensacte van Johanna Gesiena Kannegieter.

Het derde kind van Jan Tenthof en Geertruid Nijenkamp , kreeg de naam Teunis, hij hielp van kind af aan zijn ouders in het logement en  zou van zijn vader het Logement over nemen en verder exploiteren, over hem straks meer !

Het vierde kind dat geboren werd was een meisje en kreeg de naam Gesina, zij huwde met een timmerman uit Dalfsen, Berend Jan van Ernst.

wordt vervolgd.

Familie gebeurtenissen met historische en genealogische achtergronden.